Diabetes type 2 bij jongeren moeilijk te managen

Bij jongeren met diabetes type 2 zorgt behandeling met metformine bij slechts de helft van de kinderen voor een duurzame glykemische controle. Dat blijkt uit onderzoek van de Treatment Options for type 2 Diabetes in Adolescents & Youth (TODAY) study group dat online is gepubliceerd in New England Journal of Medicin en is gepresenteerd op het congres van de Paediatric Academic Societies. Volgens hoofonderzoeker Philip Zeitler is diabetes type 2 bij veel jongeren een snelle progressieve aandoening waarbij de huidige orale glucosemiddelen niet afdoende is en een snelle start met insulinetherapie is vereist. Ook mede-auteur Barbara Linder, werkzaam bij het National Institute of Diabetes and Digestive and Kidney Diseases, vond de uitkomst ‘zeer onverwacht en afwijkend ten opzichte van de ervaring bij de volwassen populatie.’ Zij vond het resultaat bovendien zorgelijk omdat metformine en insuline de enige middelen zijn die voor kinderen zijn geregistreerd. In het onderzoek kregen 699 jongeren met obesitas tussen 10 en 17 jaar oud, bij wie recent type 2 diabetes is gediagnostiseerd, een behandeling met alleen metformine, metformine aangevuld met rosiglitazon of metformine met een intensief dieet- en bewegingsprogramma. De kinderen zijn gemiddeld bijna vier jaar gevolgd op de duurzaamheid van de glykemische controle. Alleen metformine hield bij bijna 52 procent van de kinderen de glucosehuishouding niet duurzaam onder controle. Bij hen was de achteruitgang dusdanig dat insulinebehandeling nodig was. Bij een combinatiebehandeling met metformine en rosiglitazon faalde de behandeling in de onderzoeksperiode bij 39 procent van de kinderen en bij de combinatie metformine en leefstijlinterventie had de behandeling bij 47 procent na verloop van tijd onvoldoende effect. De toevoeging van rosiglitazon aan metformine had wel een significant beter resultaat, maar de toevoeging van leefstijlinterventie niet. Zeitler benadrukt dat de keus voor de toegevoegde behandeling van rosiglitazon was gemaakt voor de cardiovasculaire risico’s van het middel bekend waren. In de studiegroep had de toevoeging geen nadelige effecten, maar ‘op dit moment zou ik dit middel niet meer willen aanraden’, meldde Zeitler op het congres.

Datum: 16-05-2012