Structurele en functionele achteruitgang bij ouderen

Bij het ouder worden hoort helaas ook een structurele en functionele achteruitgang van het lichaam (1). Deze leeftijdgerelateerde fysieke veranderingen hebben invloed op allerlei weefsels, organen en functies waardoor uiteindelijk de impact op dagelijkse activiteiten groot kan zijn. Ook de fysieke onafhankelijkheid van ouderen kan in het gedrang komen. Twee voorbeelden van fysieke veroudering zijn: een teruggang van de maximale aërobe capaciteit (VO2max) en een achteruitgang in spiervermogen (2). Basiswaarden gemeten bij mannen en vrouwen op middelbare leeftijd kunnen toekomstige risico’s op een handicap, chronische ziekte of sterfte voorspellen (3). Vanwege de achteruitgang van de VO2max zijn ouderen vaak genoodzaakt om op een hoger percentage van hun maximale capaciteit te trainen, vergeleken met jongere mensen. Met andere woorden: hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de ‘trainingoverload’ moet zijn om resultaat te behalen.  Bronnen:

  1. Masoro E, Handbook of Physiology Section 11, Oxford University Press, 1995, p. 3-21
  2. Holloszy J, The Biology of Aging, Mayo Clin Proc. 2000, 75:S3-8
  3. Blair SN, Kampert JB, Kohl HW et al., Influences of cardiorespiratory fitness on cardiovascular disease and all-cause mortality in men and women, 1996;276:205-10
Datum: 06-03-2012