Beweegrichtlijnen moeten anders: van wekelijkse norm naar dagelijkse gewoonte!

Beweegrichtlijnen moeten anders: van wekelijkse norm naar dagelijkse gewoonte!

Uit recent onderzoek van het RIVM blijkt dat een groot deel van de Nederlanders wel voldoende beweegt in totaal, maar het niet goed verspreidt over de week. Dit zorgt ervoor dat ze nog steeds niet voldoen aan de Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Het onderzoek benadrukt dat kleine aanpassingen, zoals vaker een kleine wandeling, fietsen of de trap nemen, al voldoende zijn om deze richtlijnen te halen. Maar is dit huidige systeem van 150 minuten verspreid over de week nog wel de beste manier om bewegen te stimuleren? Ik denk van niet. Het is tijd om de richtlijn aan te passen: van wekelijkse minuten naar dagelijkse gewoontes.

Waarom dagelijkse beweegmomenten belangrijker zijn

De huidige richtlijn van 150 minuten matig- tot zwaar-intensief bewegen per week is een mooi streven, maar het kan een verkeerd beeld geven. Wie in het weekend drie uur sport, maar de rest van de week nauwelijks beweegt, voldoet technisch gezien aan de richtlijn. Maar voor optimale gezondheid, zowel fysiek als mentaal, is regelmaat veel belangrijker dan enkel de totaalminuten. Tevens wordt door de WHO al lang 150 tot 300 minuten per week geadviseerd, omdat er nog veel gezondheidswinst te behalen is tussen de 150 en 300 minuten. Ook daar mag de beweegrichtlijn in Nederland nog op aangepast worden.

Bewegen verspreiden over de dag zorgt voor een constantere activatie van het lichaam en de stofwisseling. Het helpt om bloedsuikerspiegels stabieler te houden, stress beter te reguleren en het risico op overgewicht, obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes type 2 verder te verlagen. Daarnaast sluit het veel beter aan bij hoe ons lichaam is ontworpen: voor regelmatige, matige activiteit.

Van 150 minuten per week naar 30-60 minuten per dag

In plaats van de wekelijkse 150 minuten zou een richtlijn van bijvoorbeeld 30 tot 60 minuten per dag veel effectiever zijn. Of, nog praktischer: 10 tot 30 minuten per dagdeel. Dit verlaagt de drempel en maakt het gemakkelijker voor mensen om bewegen onderdeel te maken van hun dagelijkse routine. Denk aan 10 minuten stevig wandelen na de lunch, altijd de trap nemen in plaats van de lift, fietsen naar werk of de supermarkt en enkele spieroefeningen na het avondeten.

Deze dagelijkse gewoonten stimuleren niet alleen regelmaat, maar verlagen ook de kans op blessures die kunnen ontstaan door te intensief bewegen in korte tijd. Bovendien biedt het ruimte voor flexibiliteit en sluit het beter aan bij mensen met drukke agenda's.

Kleine aanpassingen, grote gezondheidswinst

Het RIVM-onderzoek toont aan dat er nog veel gezondheidswinst te behalen valt, vooral bij de groepen die nu te weinig bewegen. Door te focussen op dagelijkse momenten in plaats van wekelijkse minuten, maak je de richtlijnen concreter en behapbaarder. Mensen hoeven niet meer te puzzelen om wekelijks aan hun 150 minuten te komen, maar kunnen het eenvoudig verdelen over hun dag.

Daarnaast is het psychologisch veel toegankelijker. Het idee van "een beetje elke dag" klinkt haalbaarder dan een groot totaaldoel per week.

Een systeemaanpak om bewegen te stimuleren

Om dit idee van dagelijkse beweegmomenten te ondersteunen, is een bredere systeemaanpak nodig. Beleid, leefomgeving en educatie moeten hand in hand gaan om het maken van actieve keuzes makkelijker te maken. Dit betekent bijvoorbeeld meer veilige fietspaden en wandelroutes, het stimuleren van beweegpauzes op werk en school, het toegankelijker maken van (lage-drempel) sportfaciliteiten en bewustwordingsprogramma’s over de risico’s van het niet doen en positieve gevolgen van het wel toepassen.

Conclusie: dagelijkse beweging in de beweegrichtlijn!

De huidige richtlijn van 150 minuten per week is goed bedoeld, maar mist de nadruk op regelmaat en dagelijkse activiteit. Een verschuiving naar 30-60 minuten per dag, of zelfs 10-30 minuten per dagdeel, kan ervoor zorgen dat meer mensen gezond bewegen én dat ze dat makkelijker volhouden. Want bewegen is geen kwestie van ‘afvinken’ in het weekend; het is een dagelijkse gewoonte die bijdraagt aan een vitaal en gezonder leven.

https://www.rivm.nl/nieuws/deel-nederlanders-beweegt-voldoende-maar-te-weinig-verspreid-over-week

Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad(externe link)