Leefstijlgeneeskunde toont wetenschappelijk de preventieve en curatieve waarde van leefstijl aan!
Op 4 april 2018 vergaderde de Tweede Kamer met minister Bruins over ontwikkelingen in de curatieve zorg. De onderzoeksresultaten over de omkeerbaarheid van diabetes type 2 zijn voor 21 artsen, wetenschappers en publicisten aanleiding om een tot nu onderbelichte ontwikkeling onder de aandacht te brengen: leefstijlgeneeskunde. Schattingen van de financiële winst van deze resultaten variëren van 3 tot 10 miljard euro op jaarbasis.
Leefstijlgeneeskunde gaat over het voorkomen en behandelen van leefstijl gerelateerde aandoeningen door middel van leefstijlinterventies: met behulp van een gezonde leefstijl en goede voeding. Het gaat over aandoeningen die deels worden veroorzaakt door de manier waarop wij leven en eten. Leefstijl speelt een belangrijke rol bij veel welvaartsziekten, zoals overgewicht, diabetes type 2, kanker, hart- en vaatziekten. Minimaal de helft van de aandoeningen die in de spreekkamer plaatsvinden, hangen samen met leefstijl. Helaas geloven veel artsen nog niet in het effect dat leefstijl heeft. Daarom is er nieuw wetenschappelijk onderzoek nodig en dat is waar Leefstijlgeneeskunde zich o.a. mee bezig houdt.
In december 2019 publiceerde het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde – Lifestyle4Health (opgericht op 3 juli 2018 op initiatief van TNO en LUMC) het rapport ‘Wetenschappelijk bewijs leefstijlgeneeskunde’. Het streven van dit samenwerkingsverband is om de ziektelast van leefstijl gerelateerde ziekten binnen 10 jaar met 50% te verminderen, door leefstijlinterventies in de behandeling van ziekten een centrale plek te geven.
In dit stuk licht ik de bevindingen ten aanzien van type 2 diabetes (T2D) er even uit. T2D is een ‘systeemziekte’ die wordt veroorzaakt door de wisselwerking tussen erfelijke aanleg en onze manier van leven. Verkeerde eetgewoontes, te weinig beweging, te veel stress en te weinig slaap veroorzaken ontregeling van de stofwisseling. Wanneer we meer eten dan nodig is, veroorzaakt de groeiende vetvoorraad voor een chronisch, laaggradig ontstekingsproces. Lichamelijke inspanning remt het onstekingsproces; te lang (stil) zitten is daarom niet goed. Te veel stress en te weinig slaap werken eveneens ontstekingsbevorderend.
De ontsteking die optreedt door een ongezonde leefstijl verstoort de werking van insuline. Insuline is van essentieel belang voor transport van glucose, vet en eiwit vanuit de bloedbaan de weefsels in. Als insuline minder goed werkt zullen die stoffen in het bloed blijven en stijgt (onder andere) de bloedglucoseconcentratie. Insuline heeft nog meer functies, naast de opname van voedingsstoffen in weefsels, met potentieel negatieve gevolgen. Zo stimuleert insuline de groei en vermenigvuldiging van (beschadigde) cellen en de vorming van vet uit glucose in de lever. Bij T2D blijven deze functies van insuline relatief intact, terwijl vooral de glucosestofwisseling ongevoelig wordt voor insuline.
Glucose (een koolhydraat zoals zetmeel en suiker) is de belangrijkste prikkel voor insulineproductie. Als de glucoseconcentratie stijgt, neemt de insulineproductie, en daarmee de insulineconcentratie in het bloed, toe. Gelet op de functies van insuline, leidt een hoge insulineconcentratie tot vasthouden van zout en activatie van het zenuwstelsel, hetgeen de bloeddruk verhoogt. Daarnaast leidt de vermenigvuldiging van beschadigde cellen tot een verhoogde kans op kanker. Bovendien stimuleert een hoge insulineconcentratie de vorming van vet uit glucose en de opslag van vet in vetweefsel. Als er onder deze omstandigheden meer voedsel ingenomen blijft worden dan nodig, blijft de vetvoorraad intact of groeit die zelfs, waarmee ook de ontsteking blijft bestaan. Als de voeding bovendien veel suiker en zetmeel bevat, wordt de situatie nog complexer. Deze stoffen worden namelijk efficiënt door de darm in glucosemoleculen gesplitst. Aangezien het lichaam reeds ongevoelig is voor insuline wat betreft de verwerking van glucose, zal bij de hoge glucosespiegels de insulineconcentratie in het bloed nog verder stijgen. Dat laatste verhoogt de bloeddruk, de nieuwvorming en opslag van vet en de kans op kanker. Uiteindelijk is de chronisch verhoogde insulineconcentratie te veel voor de insuline producerende alvleesklier en sterven de ‘beta-cellen’, die insuline aanmaken. Dit is wanneer een T2D-patiënt zijn of haar toevlucht moet nemen tot insuline injecties.
Samenvattend geldt dat overmatige en verkeerde voeding en gebrek aan beweging ten grondslag liggen aan T2D en de complicaties die daarmee samenhangen, in samenspel met genetische aanleg. Chronische stress en gebrek aan slaap dragen ook sterk bij.
Als dit huisartsen, praktijk ondersteuners en specialisten, maar ook Gewichtsconsulenten, leefstijlcoaches, diëtisten, fitnesstrainers en personal trainers niet motiveert om bewegen te stimuleren, opname van enkelvoudige suikers te beperken en hulp te bieden bij beter slapen en beter om kunnen gaan met stress, wat dan wel. Volgens onderzoek kan meer dan 80% van T2D voorkomen worden en kan ook meer dan 80% omgekeerd worden.
Lees het gehele rapport op www.ggzcentraal.nl (zoek op ‘leefstijlgeneeskunde’).
Recente nieuws items
- De kracht van je metabolisme!
- Het belang van primaire preventie in een vergrijzende samenlev...
- De Gezondheidsramp samen keren deel 2 – wat zijn de oorzaken?
- De gezondheidsramp samen keren – doe jij ook mee?
- De invloed van korte fysieke activiteit op cognitie:
- De gezondheidsramp in slow motion: deel 1 - wat gaat er mis?
- Koolhydraten of vet?
- Verhoogt lichamelijke activiteit onze levensverwachting?
- Voor elk uur dat je traint, leef je drie uur langer!
- Hoe keren we de overgewicht en obesitas epidemie?